ZELF BEHANGEN
Stap 1 | Voorbereiding van de ondergrond
Het is erg belangrijk dat de ondergrond glad en schoon is. Als uw muur net gemetseld of gestuct is, moet deze eerst goed drogen en voorbehandeld worden met een voorstrijkmiddel. Hiermee voorkomt u dat het water uit de behangerslijm wordt geabsorbeerd door de muur. Repareer eventuele scheuren en beschadigingen met muurvuller en schuur de oneffenheden glad.

Let op!
Een vochtige of stoffige muur zorgt ervoor dat het behang niet goed hecht, waardoor het later kan loslaten. Wacht altijd tot de muur volledig droog is!
Stap 2 | Berekenen hoeveel behang u nodig heeft
Elke rol behang is gemiddeld tien meter lang en 53 cm breed. Als uw wand niet hoger is dan 300 cm, haalt u drie banen uit één rol. Bij behang met bepaalde motieven kan dat minder zijn, omdat de motieven op elkaar aan moeten sluiten. U heeft dan wat meer snijverlies.
Meet de breedte van uw wand. Heeft u hoge ramen en deuren, dan trekt u de breedte hiervan af en kijkt u hoeveel u als restant nodig hebt. Deel de totaal opgetelde breedte van uw wand door 53 (rolbreedte). Deel daarna deze uitkomst door drie (er gaan drie banen uit één rol). De uitkomst hiervan is het aantal rollen dat u nodig heeft om uw wand te bedekken.

Tip!
Let bij het kopen van behang altijd op de kleurcode. Behangrollen met een andere batchcode kunnen kleine kleurverschillen hebben, zelfs als ze er hetzelfde uitzien.
Stap 3 | Behanglijm kiezen
Kies een behanglijm die past bij de dikte en materiaal van uw behang. Meestal wordt universele behanglijm op poederbasis gebruikt. Verwerk deze aan de hand van de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Let goed op dat er geen klonters in de lijm voorkomen. Laat de lijm tien minuten 'rusten' voordat u deze gaat gebruiken. Voor vinyl, textiel en glasvezelbehang gebruikt u een kant-en-klare behanglijm met een lijmkam.
Stap 4 | Het behang op maat maken
Bij het knippen van behang is het verstandig om het ruim te nemen. Houd een papiermarge van vijf centimeter aan de boven- en onderkant aan. Als het behang een patroon heeft dat moet aansluiten, dan heeft u een groter marge nodig. Let ook op de looprichting van het behang. Een naar beneden hangend bloempatroon is vaak niet zo'n vrolijk gezicht.

Stap 5 | Het behang plakken
Leg de afgeknipte baan behang op een schone tafel met de bedrukte zijde naar beneden. Breng met een papborstel lijm aan op het behang. Sla de helft van het ingepapte gedeelte naar het midden om en leg deze op de grond. U moet nu even wachten, zodat de lijm in het papier kan trekken. Intussen kunt u een volgende baan klaarmaken. Houd de tijd voor het insmeren van elke baan zoveel mogelijk hetzelfde in verband met uitzetten van het papier.

Stap 6 | De eerste baan plaatsen
De muren en kozijnen staan niet altijd loodrecht. Met behulp van schietlood controleert u of alles loodrecht staat. U kunt het beste bij een deur of venster beginnen met behangen. Plaats de eerste baan zodat deze drie centimeter overlap heeft in de breedte.

Stap 7 | Plakken
Vouw het ingelijmde bovenste stuk van de baan open en plaats deze tegen de wand met ongeveer vijf centimeter overlap aan het plafond. Verspreid de baan goed over de muur met een schone behangborstel. Druk het papier vanuit het midden naar de zijkanten goed aan. Wrijf met de achterkant van een schaar in de hoek van het plafond, zodat er een vouwlijn ontstaat. Haal daarna het behang voorzichtig boven los en knip het overtollige stuk met de schaar recht af. U kunt ook een lat in de hoek leggen en het behang hierlangs afsnijden met een hobbymes. Dit laatste gaat beter als de lijm wat meer is opgedroogd.


Tip!
Plak het behang nooit over elkaar heen. Dit veroorzaakt dikke naden en slechte hecthing. Lijmresten verwijdert u met een vochtige spons, voor het drogen. Blijven er toch nog blazen in het behang achter? Prik deze dan lek met een dunne naald, de lucht kan er dan uitgedrukt worden.
Kozijnen en deuren
Bij kozijnen en ramen knipt u het behang, naar de hoeken, schuin in. Wrijf weer met de achterkant van de schaar tegen het kozijn om een rechte vouwlijn te creëren. Hierlangs kunt u het behang afknippen.

Hoeken
In een hoek kunt u behang het beste plakken als het één centimeter om de hoek gaat. Druk het behang stevig in de hoek en plak de volgende baan over die ene centimeter. De bovenste baan heeft dus geen overlap in de hoek.

Stopcontacten
Schakel eerst de stroom uit en schroef daarna het afdekplaatje los. Zo kunt u het behang over de opening plakken. Knip daarna een opening in de hoeken met een schaar. De flappen knipt u recht af zodat het schopcontact of de schakelaar vrijkomt. Monteer daarna het afdekplaatje terug.


Let op!
Schakel altijd eerst de stroom uit voordat u begint met het behangen rond stopcontacten of schakelaars. Dit voorkomt kortsluiting of elektrische schokken.
Radiatoren
Het is erg lastig om te behangen achter radiatoren. U kunt het behang het beste in de lengte knippen tot waar de leidingen uit de muur komen. Daarna snijdt u de baan over de totale hoogte van de radiator af. De rest van het behang kunt u nu met een doek omwikkelde bezemsteel, achter de radiator, tegen de muur aandrukken. U kunt er ook voor kiezen om de radiator van de muur los te maken en te ondersteunen terwijl u behangt. Let er wel op dat u hierbij de leidingen niet te veel verdraait, zodat ze gaan lekken.
