In Nederland worden twee soorten funderingsmethoden toegepast: een fundering op palen en een fundering op staal. Een fundering op palen is duurder, maar soms de beste of enige mogelijkheid, afhankelijk van de grondsoort in het gebied. Een fundering op staal kan een goede klusser zelf maken, mits de nodige hulp achter de hand is. Gebruik hiervoor het stappenplan zoals aangegeven is onder "Fundering": 'Betonnen fundering storten: Zelf een fundering op staal maken'.
Wanneer is een fundering op staal toepasbaar?
Een fundering op staal betekent niet (zoals de naam doet vermoeden) een fundering gestort op stalen platen. De term komt van het feit dat de ondergrond waarop de fundering rust zo ‘hard als staal’ is. Het betreft hier een ondergrond van zand dat zo dicht op elkaar geperst is dat het de eigenschappen van beton heeft en daarom ook de ‘vaste grond’ wordt genoemd. Deze vaste grond kan enkele (tientallen) centimeters diep liggen. De ondergrond is dan uitermate geschikt voor een fundering op staal.
Soms ligt de vaste grond pas op tientallen meters diepte. Hierboven liggen dan verschillende lagen klei, kalk of mergel. Een fundering op palen is dan de enige mogelijkheid om verzakkingen en scheuren in het gebouw op de fundering te voorkomen.
Onderzoek van een grondexpert
Vooral wanneer u een fundering wilt leggen voor grotere projecten zoals een huis of een kantoorpand, is het zeer aan te raden om een grondexpert in te schakelen. Deze zal een bodemonderzoek ofwel sondering uitvoeren. De expert boort door de lagen in de grond om op deze manier de weerstand ervan te meten. Zo kan hij de lagen identificeren en de conclusie trekken of een fundering op staal verantwoord is.
Tip: wanneer u een huis gaat bouwen in een nieuwe buurt, informeer dan ook eens bij de toekomstige buren naar hun fundering. Dit is een goede eerste indicatie voor de juiste keuze voor uw project.
Voorbereiding
Wanneer blijkt dat voor uw project een fundering op staal toepasbaar is, kan de voorbereiding beginnen. Eerst zal worden bepaald of de draagkracht van de vaste grond voldoende is. Het kan zijn dat het nodig is om de grond tot zo’n 3 meter uit te graven en opnieuw aan te vullen met zand. Dit zand wordt dan doormiddel van een trilplaat verdicht (aangestampt), waardoor de dichtheid en daarmee de draagkracht toeneemt.
De voet van de fundering moet altijd breder zijn dan de draagmuren. Op deze manier genereert u voldoende draagkracht. U maakt de verbreding naar gelang de zwaarte van het huis en de draagkracht van de vaste grond. Er wordt vaak de stelregel aangehouden: de aanlegbreedte van de fundering moet 2 à 3 keer de dikte van de draagmuren bedragen. Toch is het verstandig om deze berekeningen aan een bouwkundige over te laten.
Fundering op staal door middel van metselwerk
Fundering op staal door middel van metselwerk is eigenlijk een ouderwetse methode en neemt relatief veel tijd in beslag. Veel oudere huizen in Nederland zijn op zo’n fundering gebouwd.
Het eerste, brede metselwerk wordt doorgaans gedaan met kalkzandstenen blokken. Metsel altijd per twee lagen en laat de volgende twee lagen aan beide zijden met ¼ verspringen ten opzicht van de laag eronder (trapsgewijs metselen). Twee lagen onder het maaiveld (bovenkant van de grond) wordt overgegaan op het metselen met gevelstenen. VBI funderingsbekistingen zijn ook mogelijk bij palen.
Fundering op staal door middel van beton
Dit is de meest gebruikte fundering. Nadat de juiste diepte en breedte is afgegraven voor de fundering, begint het aftekenen en het maken van de bekisting. Na het bevestigen van de bekisting wordt een bouwfolie gelegd over de grond waarop het beton zal worden gestort. Dit voorkomt weglekken van het beton in het zand.
Weer afhankelijk van de draagkracht van de grond wordt vervolgens bewapend of onbewapend beton gestort. Kies bij twijfel altijd voor bewapend beton. Een doe-het-zelf-er doet dit door beton over de krimpnetten op klosjes te storten, waardoor ze in het beton verdwijnen.
Mocht u vragen hebben over uw fundering, neem dan contact met ons op. Wij informeren of adviseren u graag.